De of het geslepenheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord geslepenheid? Is het de geslepenheid of het geslepenheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord geslepenheid moet gebruiken is:
De geslepenheid
Aanwijzend voornaamwoord geslepenheid
Dit of deze geslepenheid: deze geslepenheid
Dat of die geslepenheid: die geslepenheid

Bezittelijk voornaamwoord geslepenheid
Onze of ons geslepenheid: onze geslepenheid
Jouw of jou: jouw geslepenheid

Elke of elk geslepenheid?
Elke geslepenheid
Gerelateerd aan geslepenheid