De of het geslachtscel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord geslachtscel? Is het de geslachtscel of het geslachtscel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord geslachtscel moet gebruiken is:
De geslachtscel
Aanwijzend voornaamwoord geslachtscel
Dit of deze geslachtscel: deze geslachtscel
Dat of die geslachtscel: die geslachtscel

Bezittelijk voornaamwoord geslachtscel
Onze of ons geslachtscel: onze geslachtscel
Jouw of jou: jouw geslachtscel

Elke of elk geslachtscel?
Elke geslachtscel
Gerelateerd aan geslachtscel