De of het genezingskans? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord genezingskans? Is het de genezingskans of het genezingskans? Het juiste lidwoord dat je voor het woord genezingskans moet gebruiken is:
De genezingskans
Aanwijzend voornaamwoord genezingskans
Dit of deze genezingskans: deze genezingskans
Dat of die genezingskans: die genezingskans

Bezittelijk voornaamwoord genezingskans
Onze of ons genezingskans: onze genezingskans
Jouw of jou: jouw genezingskans

Elke of elk genezingskans?
Elke genezingskans
Gerelateerd aan genezingskans