De of het genezer? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord genezer? Is het de genezer of het genezer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord genezer moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord genezer
Dit of deze genezer:
deze genezer
Dat of die genezer:
die genezer
Bezittelijk voornaamwoord genezer
Onze of ons genezer:
onze genezer
Jouw of jou:
jouw genezer
Elke of elk genezer?Elke genezer
Gerelateerd aan genezer