De of het gekanker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gekanker? Is het de gekanker of het gekanker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gekanker moet gebruiken is:
Het gekanker
Aanwijzend voornaamwoord gekanker
Dit of deze gekanker: dit gekanker
Dat of die gekanker: dat gekanker

Bezittelijk voornaamwoord gekanker
Onze of ons gekanker: ons gekanker
Jouw of jou: jouw gekanker

Elke of elk gekanker?
Elk gekanker
Gerelateerd aan gekanker