De of het geelbuik? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord geelbuik? Is het de geelbuik of het geelbuik? Het juiste lidwoord dat je voor het woord geelbuik moet gebruiken is:
De geelbuik
Aanwijzend voornaamwoord geelbuik
Dit of deze geelbuik: deze geelbuik
Dat of die geelbuik: die geelbuik

Bezittelijk voornaamwoord geelbuik
Onze of ons geelbuik: onze geelbuik
Jouw of jou: jouw geelbuik

Elke of elk geelbuik?
Elke geelbuik
Gerelateerd aan geelbuik