De of het gedecideerdheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gedecideerdheid? Is het de gedecideerdheid of het gedecideerdheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gedecideerdheid moet gebruiken is:
De gedecideerdheid
Aanwijzend voornaamwoord gedecideerdheid
Dit of deze gedecideerdheid: deze gedecideerdheid
Dat of die gedecideerdheid: die gedecideerdheid

Bezittelijk voornaamwoord gedecideerdheid
Onze of ons gedecideerdheid: onze gedecideerdheid
Jouw of jou: jouw gedecideerdheid

Elke of elk gedecideerdheid?
Elke gedecideerdheid
Gerelateerd aan gedecideerdheid