De of het gebitsziekte? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gebitsziekte? Is het de gebitsziekte of het gebitsziekte? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gebitsziekte moet gebruiken is:
De gebitsziekte
Aanwijzend voornaamwoord gebitsziekte
Dit of deze gebitsziekte: deze gebitsziekte
Dat of die gebitsziekte: die gebitsziekte

Bezittelijk voornaamwoord gebitsziekte
Onze of ons gebitsziekte: onze gebitsziekte
Jouw of jou: jouw gebitsziekte

Elke of elk gebitsziekte?
Elke gebitsziekte
Gerelateerd aan gebitsziekte