De of het gazel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gazel? Is het de gazel of het gazel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gazel moet gebruiken is:
De gazel
Aanwijzend voornaamwoord gazel
Dit of deze gazel: deze gazel
Dat of die gazel: die gazel

Bezittelijk voornaamwoord gazel
Onze of ons gazel: onze gazel
Jouw of jou: jouw gazel

Elke of elk gazel?
Elke gazel
Gerelateerd aan gazel