De of het garen-en-bandwinkel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord garen-en-bandwinkel? Is het de garen-en-bandwinkel of het garen-en-bandwinkel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord garen-en-bandwinkel moet gebruiken is:
De garen-en-bandwinkel
Aanwijzend voornaamwoord garen-en-bandwinkel
Dit of deze garen-en-bandwinkel: deze garen-en-bandwinkel
Dat of die garen-en-bandwinkel: die garen-en-bandwinkel

Bezittelijk voornaamwoord garen-en-bandwinkel
Onze of ons garen-en-bandwinkel: onze garen-en-bandwinkel
Jouw of jou: jouw garen-en-bandwinkel

Elke of elk garen-en-bandwinkel?
Elke garen-en-bandwinkel
Gerelateerd aan garen-en-bandwinkel