De of het gaafheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord gaafheid? Is het de gaafheid of het gaafheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord gaafheid moet gebruiken is:
De gaafheid
Aanwijzend voornaamwoord gaafheid
Dit of deze gaafheid: deze gaafheid
Dat of die gaafheid: die gaafheid

Bezittelijk voornaamwoord gaafheid
Onze of ons gaafheid: onze gaafheid
Jouw of jou: jouw gaafheid

Elke of elk gaafheid?
Elke gaafheid
Gerelateerd aan gaafheid