De of het fuga? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord fuga? Is het de fuga of het fuga? Het juiste lidwoord dat je voor het woord fuga moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord fuga
Dit of deze fuga:
deze fuga
Dat of die fuga:
die fuga
Bezittelijk voornaamwoord fuga
Onze of ons fuga:
onze fuga
Jouw of jou:
jouw fuga
Elke of elk fuga?Elke fuga
Gerelateerd aan fuga