De of het flesvoeding? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord flesvoeding? Is het de flesvoeding of het flesvoeding? Het juiste lidwoord dat je voor het woord flesvoeding moet gebruiken is:
De flesvoeding
Aanwijzend voornaamwoord flesvoeding
Dit of deze flesvoeding: deze flesvoeding
Dat of die flesvoeding: die flesvoeding

Bezittelijk voornaamwoord flesvoeding
Onze of ons flesvoeding: onze flesvoeding
Jouw of jou: jouw flesvoeding

Elke of elk flesvoeding?
Elke flesvoeding
Gerelateerd aan flesvoeding