De of het flessentrekker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord flessentrekker? Is het de flessentrekker of het flessentrekker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord flessentrekker moet gebruiken is:
De flessentrekker
Aanwijzend voornaamwoord flessentrekker
Dit of deze flessentrekker: deze flessentrekker
Dat of die flessentrekker: die flessentrekker

Bezittelijk voornaamwoord flessentrekker
Onze of ons flessentrekker: onze flessentrekker
Jouw of jou: jouw flessentrekker

Elke of elk flessentrekker?
Elke flessentrekker
Gerelateerd aan flessentrekker