De of het feestmaal? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord feestmaal? Is het de feestmaal of het feestmaal? Het juiste lidwoord dat je voor het woord feestmaal moet gebruiken is:
Het feestmaal
Aanwijzend voornaamwoord feestmaal
Dit of deze feestmaal: dit feestmaal
Dat of die feestmaal: dat feestmaal

Bezittelijk voornaamwoord feestmaal
Onze of ons feestmaal: ons feestmaal
Jouw of jou: jouw feestmaal

Elke of elk feestmaal?
Elk feestmaal
Gerelateerd aan feestmaal