De of het faseovergang? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord faseovergang? Is het de faseovergang of het faseovergang? Het juiste lidwoord dat je voor het woord faseovergang moet gebruiken is:
De faseovergang
Aanwijzend voornaamwoord faseovergang
Dit of deze faseovergang: deze faseovergang
Dat of die faseovergang: die faseovergang

Bezittelijk voornaamwoord faseovergang
Onze of ons faseovergang: onze faseovergang
Jouw of jou: jouw faseovergang

Elke of elk faseovergang?
Elke faseovergang
Gerelateerd aan faseovergang