De of het fase? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord fase? Is het de fase of het fase? Het juiste lidwoord dat je voor het woord fase moet gebruiken is:
De fase
Aanwijzend voornaamwoord fase
Dit of deze fase: deze fase
Dat of die fase: die fase

Bezittelijk voornaamwoord fase
Onze of ons fase: onze fase
Jouw of jou: jouw fase

Elke of elk fase?
Elke fase
Gerelateerd aan fase