De of het familietrek? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord familietrek? Is het de familietrek of het familietrek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord familietrek moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord familietrek
Dit of deze familietrek:
deze familietrek
Dat of die familietrek:
die familietrek
Bezittelijk voornaamwoord familietrek
Onze of ons familietrek:
onze familietrek
Jouw of jou:
jouw familietrek
Elke of elk familietrek?Elke familietrek
Gerelateerd aan familietrek