De of het familierecht? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord familierecht? Is het de familierecht of het familierecht? Het juiste lidwoord dat je voor het woord familierecht moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord familierecht
Dit of deze familierecht:
dit familierecht
Dat of die familierecht:
dat familierecht
Bezittelijk voornaamwoord familierecht
Onze of ons familierecht:
ons familierecht
Jouw of jou:
jouw familierecht
Elke of elk familierecht?Elk familierecht
Gerelateerd aan familierecht