De of het Faeröerder? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Faeröerder? Is het de Faeröerder of het Faeröerder? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Faeröerder moet gebruiken is:
De Faeröerder
Aanwijzend voornaamwoord Faeröerder
Dit of deze Faeröerder: deze Faeröerder
Dat of die Faeröerder: die Faeröerder

Bezittelijk voornaamwoord Faeröerder
Onze of ons Faeröerder: onze Faeröerder
Jouw of jou: jouw Faeröerder

Elke of elk Faeröerder?
Elke Faeröerder
Gerelateerd aan Faeröerder