De of het face-off? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord face-off? Is het de face-off of het face-off? Het juiste lidwoord dat je voor het woord face-off moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord face-off
Dit of deze face-off:
deze face-off
Dat of die face-off:
die face-off
Bezittelijk voornaamwoord face-off
Onze of ons face-off:
onze face-off
Jouw of jou:
jouw face-off
Elke of elk face-off?Elke face-off
Gerelateerd aan face-off