De of het fabeltjespater? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord fabeltjespater? Is het de fabeltjespater of het fabeltjespater? Het juiste lidwoord dat je voor het woord fabeltjespater moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord fabeltjespater
Dit of deze fabeltjespater:
deze fabeltjespater
Dat of die fabeltjespater:
die fabeltjespater
Bezittelijk voornaamwoord fabeltjespater
Onze of ons fabeltjespater:
onze fabeltjespater
Jouw of jou:
jouw fabeltjespater
Elke of elk fabeltjespater?Elke fabeltjespater
Gerelateerd aan fabeltjespater