De of het f-sleutel? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord f-sleutel? Is het de f-sleutel of het f-sleutel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord f-sleutel moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord f-sleutel
Dit of deze f-sleutel:
deze f-sleutel
Dat of die f-sleutel:
die f-sleutel
Bezittelijk voornaamwoord f-sleutel
Onze of ons f-sleutel:
onze f-sleutel
Jouw of jou:
jouw f-sleutel
Elke of elk f-sleutel?Elke f-sleutel
Gerelateerd aan f-sleutel