De of het Ezechiël? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Ezechiël? Is het de Ezechiël of het Ezechiël? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Ezechiël moet gebruiken is:
De Ezechiël
Aanwijzend voornaamwoord Ezechiël
Dit of deze Ezechiël: deze Ezechiël
Dat of die Ezechiël: die Ezechiël

Bezittelijk voornaamwoord Ezechiël
Onze of ons Ezechiël: onze Ezechiël
Jouw of jou: jouw Ezechiël

Elke of elk Ezechiël?
Elke Ezechiël
Gerelateerd aan Ezechiël