De of het exameter? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord exameter? Is het de exameter of het exameter? Het juiste lidwoord dat je voor het woord exameter moet gebruiken is:
De exameter
Aanwijzend voornaamwoord exameter
Dit of deze exameter: deze exameter
Dat of die exameter: die exameter

Bezittelijk voornaamwoord exameter
Onze of ons exameter: onze exameter
Jouw of jou: jouw exameter

Elke of elk exameter?
Elke exameter
Gerelateerd aan exameter