De of het examenstress? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord examenstress? Is het de examenstress of het examenstress? Het juiste lidwoord dat je voor het woord examenstress moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord examenstress
Dit of deze examenstress:
deze examenstress
Dat of die examenstress:
die examenstress
Bezittelijk voornaamwoord examenstress
Onze of ons examenstress:
onze examenstress
Jouw of jou:
jouw examenstress
Elke of elk examenstress?Elke examenstress
Gerelateerd aan examenstress