De of het etenstijd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord etenstijd? Is het de etenstijd of het etenstijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord etenstijd moet gebruiken is:
De etenstijd
Aanwijzend voornaamwoord etenstijd
Dit of deze etenstijd: deze etenstijd
Dat of die etenstijd: die etenstijd

Bezittelijk voornaamwoord etenstijd
Onze of ons etenstijd: onze etenstijd
Jouw of jou: jouw etenstijd

Elke of elk etenstijd?
Elke etenstijd
Gerelateerd aan etenstijd