De of het etensgeur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord etensgeur? Is het de etensgeur of het etensgeur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord etensgeur moet gebruiken is:
De etensgeur
Aanwijzend voornaamwoord etensgeur
Dit of deze etensgeur: deze etensgeur
Dat of die etensgeur: die etensgeur

Bezittelijk voornaamwoord etensgeur
Onze of ons etensgeur: onze etensgeur
Jouw of jou: jouw etensgeur

Elke of elk etensgeur?
Elke etensgeur
Gerelateerd aan etensgeur