De of het eten? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord eten? Is het de eten of het eten? Het juiste lidwoord dat je voor het woord eten moet gebruiken is:
Het eten
Aanwijzend voornaamwoord eten
Dit of deze eten: dit eten
Dat of die eten: dat eten

Bezittelijk voornaamwoord eten
Onze of ons eten: ons eten
Jouw of jou: jouw eten

Elke of elk eten?
Elk eten
Gerelateerd aan eten