De of het erfelijkheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord erfelijkheid? Is het de erfelijkheid of het erfelijkheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord erfelijkheid moet gebruiken is:
De erfelijkheid
Aanwijzend voornaamwoord erfelijkheid
Dit of deze erfelijkheid: deze erfelijkheid
Dat of die erfelijkheid: die erfelijkheid

Bezittelijk voornaamwoord erfelijkheid
Onze of ons erfelijkheid: onze erfelijkheid
Jouw of jou: jouw erfelijkheid

Elke of elk erfelijkheid?
Elke erfelijkheid
Gerelateerd aan erfelijkheid