De of het enkel-nucleotide polymorfisme? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord enkel-nucleotide polymorfisme? Is het de enkel-nucleotide polymorfisme of het enkel-nucleotide polymorfisme? Het juiste lidwoord dat je voor het woord enkel-nucleotide polymorfisme moet gebruiken is:
Het enkel-nucleotide polymorfisme
Aanwijzend voornaamwoord enkel-nucleotide polymorfisme
Dit of deze enkel-nucleotide polymorfisme:
dit enkel-nucleotide polymorfisme
Dat of die enkel-nucleotide polymorfisme:
dat enkel-nucleotide polymorfisme
Bezittelijk voornaamwoord enkel-nucleotide polymorfisme
Onze of ons enkel-nucleotide polymorfisme:
ons enkel-nucleotide polymorfisme
Jouw of jou: jouw enkel-nucleotide polymorfisme
Elke of elk enkel-nucleotide polymorfisme? Elk enkel-nucleotide polymorfisme