De of het engels? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord engels? Is het de engels of het engels? Het juiste lidwoord dat je voor het woord engels moet gebruiken is:
Het engels
Aanwijzend voornaamwoord engels
Dit of deze engels: dit engels
Dat of die engels: dat engels

Bezittelijk voornaamwoord engels
Onze of ons engels: ons engels
Jouw of jou: jouw engels

Elke of elk engels?
Elk engels
Gerelateerd aan engels