De of het engelengeduld? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord engelengeduld? Is het de engelengeduld of het engelengeduld? Het juiste lidwoord dat je voor het woord engelengeduld moet gebruiken is:
Het engelengeduld
Aanwijzend voornaamwoord engelengeduld
Dit of deze engelengeduld: dit engelengeduld
Dat of die engelengeduld: dat engelengeduld

Bezittelijk voornaamwoord engelengeduld
Onze of ons engelengeduld: ons engelengeduld
Jouw of jou: jouw engelengeduld

Elke of elk engelengeduld?
Elk engelengeduld
Gerelateerd aan engelengeduld