De of het elektromonteur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord elektromonteur? Is het de elektromonteur of het elektromonteur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord elektromonteur moet gebruiken is:
De elektromonteur
Aanwijzend voornaamwoord elektromonteur
Dit of deze elektromonteur: deze elektromonteur
Dat of die elektromonteur: die elektromonteur

Bezittelijk voornaamwoord elektromonteur
Onze of ons elektromonteur: onze elektromonteur
Jouw of jou: jouw elektromonteur

Elke of elk elektromonteur?
Elke elektromonteur
Gerelateerd aan elektromonteur