Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord elektriek? Is het de elektriek of het elektriek? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord elektriek kunt gebruiken zijn:
De elektriekHet elektriek
Aanwijzend voornaamwoord elektriek
Dit of deze elektriek:
dit elektriek / deze elektriek
Dat of die elektriek:
dat elektriek / die elektriek
Bezittelijk voornaamwoord elektriek
Onze of ons elektriek:
onze elektriek / ons elektriek
Jouw of jou: jouw elektriek
Elke of elk elektriek? Elke elektriek / elk elektriek