De of het eenheidscel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord eenheidscel? Is het de eenheidscel of het eenheidscel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord eenheidscel moet gebruiken is:
De eenheidscel
Aanwijzend voornaamwoord eenheidscel
Dit of deze eenheidscel: deze eenheidscel
Dat of die eenheidscel: die eenheidscel

Bezittelijk voornaamwoord eenheidscel
Onze of ons eenheidscel: onze eenheidscel
Jouw of jou: jouw eenheidscel

Elke of elk eenheidscel?
Elke eenheidscel
Gerelateerd aan eenheidscel