De of het economieleraar? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord economieleraar? Is het de economieleraar of het economieleraar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord economieleraar moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord economieleraar
Dit of deze economieleraar:
deze economieleraar
Dat of die economieleraar:
die economieleraar
Bezittelijk voornaamwoord economieleraar
Onze of ons economieleraar:
onze economieleraar
Jouw of jou:
jouw economieleraar
Elke of elk economieleraar?Elke economieleraar
Gerelateerd aan economieleraar