De of het e-ticket? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord e-ticket? Is het de e-ticket of het e-ticket? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord e-ticket kunt gebruiken zijn:
De e-ticketHet e-ticket
Aanwijzend voornaamwoord e-ticket
Dit of deze e-ticket: dit e-ticket / deze e-ticket
Dat of die e-ticket: dat e-ticket / die e-ticket

Bezittelijk voornaamwoord e-ticket
Onze of ons e-ticket: onze e-ticket / ons e-ticket
Jouw of jou: jouw e-ticket

Elke of elk e-ticket?
Elke e-ticket / elk e-ticket
Gerelateerd aan e-ticket