De of het druppelaar? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord druppelaar? Is het de druppelaar of het druppelaar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord druppelaar moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord druppelaar
Dit of deze druppelaar:
deze druppelaar
Dat of die druppelaar:
die druppelaar
Bezittelijk voornaamwoord druppelaar
Onze of ons druppelaar:
onze druppelaar
Jouw of jou:
jouw druppelaar
Elke of elk druppelaar?Elke druppelaar
Gerelateerd aan druppelaar