De of het droomvakantie? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord droomvakantie? Is het de droomvakantie of het droomvakantie? Het juiste lidwoord dat je voor het woord droomvakantie moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord droomvakantie
Dit of deze droomvakantie:
deze droomvakantie
Dat of die droomvakantie:
die droomvakantie
Bezittelijk voornaamwoord droomvakantie
Onze of ons droomvakantie:
onze droomvakantie
Jouw of jou:
jouw droomvakantie
Elke of elk droomvakantie?Elke droomvakantie
Gerelateerd aan droomvakantie