De of het droogteperiode? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord droogteperiode? Is het de droogteperiode of het droogteperiode? Het juiste lidwoord dat je voor het woord droogteperiode moet gebruiken is:
De droogteperiode
Aanwijzend voornaamwoord droogteperiode
Dit of deze droogteperiode: deze droogteperiode
Dat of die droogteperiode: die droogteperiode

Bezittelijk voornaamwoord droogteperiode
Onze of ons droogteperiode: onze droogteperiode
Jouw of jou: jouw droogteperiode

Elke of elk droogteperiode?
Elke droogteperiode
Gerelateerd aan droogteperiode