Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord droogloop? Is het de droogloop of het droogloop? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord droogloop kunt gebruiken zijn:
De droogloopHet droogloop
Aanwijzend voornaamwoord droogloop
Dit of deze droogloop:
dit droogloop / deze droogloop
Dat of die droogloop:
dat droogloop / die droogloop
Bezittelijk voornaamwoord droogloop
Onze of ons droogloop:
onze droogloop / ons droogloop
Jouw of jou: jouw droogloop
Elke of elk droogloop? Elke droogloop / elk droogloop