De of het dorst? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dorst? Is het de dorst of het dorst? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dorst moet gebruiken is:
De dorst
Aanwijzend voornaamwoord dorst
Dit of deze dorst: deze dorst
Dat of die dorst: die dorst

Bezittelijk voornaamwoord dorst
Onze of ons dorst: onze dorst
Jouw of jou: jouw dorst

Elke of elk dorst?
Elke dorst
Gerelateerd aan dorst