De of het dorpspastoor? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dorpspastoor? Is het de dorpspastoor of het dorpspastoor? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dorpspastoor moet gebruiken is:
De dorpspastoor
Aanwijzend voornaamwoord dorpspastoor
Dit of deze dorpspastoor: deze dorpspastoor
Dat of die dorpspastoor: die dorpspastoor

Bezittelijk voornaamwoord dorpspastoor
Onze of ons dorpspastoor: onze dorpspastoor
Jouw of jou: jouw dorpspastoor

Elke of elk dorpspastoor?
Elke dorpspastoor
Gerelateerd aan dorpspastoor