De of het dorpsdokter? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord dorpsdokter? Is het de dorpsdokter of het dorpsdokter? Het juiste lidwoord dat je voor het woord dorpsdokter moet gebruiken is:
De dorpsdokter
Aanwijzend voornaamwoord dorpsdokter
Dit of deze dorpsdokter: deze dorpsdokter
Dat of die dorpsdokter: die dorpsdokter

Bezittelijk voornaamwoord dorpsdokter
Onze of ons dorpsdokter: onze dorpsdokter
Jouw of jou: jouw dorpsdokter

Elke of elk dorpsdokter?
Elke dorpsdokter
Gerelateerd aan dorpsdokter