De of het doper? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord doper? Is het de doper of het doper? Het juiste lidwoord dat je voor het woord doper moet gebruiken is:
De doper
Aanwijzend voornaamwoord doper
Dit of deze doper: deze doper
Dat of die doper: die doper

Bezittelijk voornaamwoord doper
Onze of ons doper: onze doper
Jouw of jou: jouw doper

Elke of elk doper?
Elke doper
Gerelateerd aan doper