De of het donderpreek? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord donderpreek? Is het de donderpreek of het donderpreek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord donderpreek moet gebruiken is:
De donderpreek
Aanwijzend voornaamwoord donderpreek
Dit of deze donderpreek: deze donderpreek
Dat of die donderpreek: die donderpreek

Bezittelijk voornaamwoord donderpreek
Onze of ons donderpreek: onze donderpreek
Jouw of jou: jouw donderpreek

Elke of elk donderpreek?
Elke donderpreek
Gerelateerd aan donderpreek