De of het doktersrecept? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord doktersrecept? Is het de doktersrecept of het doktersrecept? Het juiste lidwoord dat je voor het woord doktersrecept moet gebruiken is:
Het doktersrecept
Aanwijzend voornaamwoord doktersrecept
Dit of deze doktersrecept: dit doktersrecept
Dat of die doktersrecept: dat doktersrecept

Bezittelijk voornaamwoord doktersrecept
Onze of ons doktersrecept: ons doktersrecept
Jouw of jou: jouw doktersrecept

Elke of elk doktersrecept?
Elk doktersrecept
Gerelateerd aan doktersrecept