De of het doelen? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord doelen? Is het de doelen of het doelen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord doelen moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord doelen
Dit of deze doelen:
deze doelen
Dat of die doelen:
die doelen
Bezittelijk voornaamwoord doelen
Onze of ons doelen:
onze doelen
Jouw of jou:
jouw doelen
Elke of elk doelen?Elke doelen
Gerelateerd aan doelen