De of het DNA-profiel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord DNA-profiel? Is het de DNA-profiel of het DNA-profiel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord DNA-profiel moet gebruiken is:
Het DNA-profiel
Aanwijzend voornaamwoord DNA-profiel
Dit of deze DNA-profiel: dit DNA-profiel
Dat of die DNA-profiel: dat DNA-profiel

Bezittelijk voornaamwoord DNA-profiel
Onze of ons DNA-profiel: ons DNA-profiel
Jouw of jou: jouw DNA-profiel

Elke of elk DNA-profiel?
Elk DNA-profiel
Gerelateerd aan DNA-profiel